Vliegend materieel voor de Luftwaffe

 

Dornier 24 Luft

Dornier 24 MLDDornier 24 vliegboten

De Luftwaffe had alle verantwoordelijkheden voor operaties in de lucht naar zich toe getrokken, ook boven zee, maar daarbij was samenwerking met de Kriegsmarine noodzakelijk. Voor het redden van vliegers uit zee richtte de Duitse luchtmacht in 1940 de Seenotdienst op, en maakte daarbij dankbaar gebruik van de aanwezige productielijn voor Dornier 24 vliegboten. Dit type was in 1937 speciaal voor de Nederlandse Marineluchtvaartdienst ontworpen en werd door Aviolanda in Papendrecht en De Schelde in Vlissingen gebouwd. Onder regie van Dornier werd de productie na de Nederlandse capitulatie voortgezet en zou resulteren in de oplevering van zo'n 200 machines.

Arado 196

Arado 196 Drijvervliegtuigen

De Arado 196 was vanaf 1939 het standaard boordvliegtuig van de Kriegsmarine en werd niet alleen ingezet op slagschepen en slagkruisers, maar ook op de als onschuldige koopvaarders vermomde hulpkruisers. De relatie met Nederland ontstaat als de Fokker-fabrieken in Amsterdam-Noord vanaf 1943 worden ingeschakeld bij de productie van deze drijvervliegtuigen. Van de in totaal 541 van dit type geproduceerde eenheden neemt Fokker er 69 voor zijn rekening. Proefvluchten vonden plaats vanaf het Buiten-IJ, waar de Duitsers bij Schellingwoude een steunpunt voor watervliegtuigen hadden 'overgenomen' van de MLD.